Ajax dreigt verder achterop te raken bij titelrivalen PSV en FC Twente. Op bezoek bij ADO Den Haag kwam de ploeg zondag twee keer terug van een achterstand, maar ging het in een krankzinnige slotfase alsnog onderuit (3-2). Het gat naar PSV en Twente kan hierdoor later vanmiddag oplopen tot respectievelijk zes en vijf punten.

Als PSV en Twente vanmiddag drie punten pakken, is de landstitel bijzonder ver weg voor Ajax. Met nog zes speeldagen op het programma is zes punten in principe een te groot gat, zeker omdat PSV ook een beter doelsaldo heeft. Het programma van Ajax is weliswaar relatief eenvoudig, met vier thuiswedstrijden en uitduels bij twee teams die nergens meer om spelen (NEC en SC Heerenveen), maar de Amsterdammers hebben een klein wonder nodig om alsnog bovenaan te eindigen.

Ajax kreeg hierna kansen via Christian Eriksen en Siem de Jong, maar had geen geluk in de afwerking. Aan de andere kant zat het ADO net wél mee. Na een merkwaardige terugspeelbal van Gregory van der Wiel belandde een inzet van Dmitry Bulykin op de lat, waarna de rebound voor Frantisek Kubik was. Hij kopte via het achterhoofd van Toby Alderweireld raak.

De treffer van Vertonghen bleek het startsein voor een krankzinnig laatste kwartier. Lex Immers zette ADO weer op voorsprong, maar een achterwaartse kopbal van Christian Eriksen in de 86ste minuut leek Ajax alsnog een punt te bezorgen. Twee minuten later was het echter alweer 3-2. Timothy Derijck schoot van dichtbij binnen na een chaotische struikelpartij in het Amsterdamse strafschopgebied.