Hij kwam deze zomer naar de ArenA als opvolger van Toby Alderweireld. Maar niet hij, maar Stefano Denswil stond de afgelopen weken op de plek van de Belg in het hart van de Ajax-defensie. In de bekerwedstrijd tegen FC Volendam kreeg Mike van der Hoorn eindelijk zijn kans. Overtuigen deed hij, net zoals heel Ajax, echter niet.

Zelfkritiek is geen gemeengoed onder voetballers. Vaak is het zo dat spelers vooral naar anderen wijzen als het niet loopt en niet kritisch in de spiegel kunnen of willen kijken. Mike van der Hoorn is daar een uitzondering op, bleek na de moeizame partij tegen FC Volendam. De eerste goal van Volendam in de ArenA nam de verdediger zichzelf kwalijk, terwijl hij zeker niet de enige Ajacied was die daar niet goed stond. En over zijn spel in de 120 minuten was hij duidelijk: dat was nog niet goed genoeg.

“Neem die eerste goal”, zei Van der Hoorn na afloop van de na verlenging gewonnen bekerwedstrijd (4-2) tegen FCUpdate.nl. “Zoiets overkwam me vorig seizoen niet.”

Die grote stap kan Van der Hoorn vooral maken door wedstrijden te spelen. Maar juist dat is even het probleem, want centraal achterin krijgen Niklas Moisander en Stefano Denswil de voorkeur. En omdat hij bij het eerste altijd op de bank moet zitten, krijgt hij weinig de kans om ritme op te doen bij Jong Ajax. “Ik moet minuten maken, dat klopt. Daar gaat het om. Daarom ben ik blij met deze minuten tegen FC Volendam.”

Van der Hoorn hoopt dat deze bekerwedstrijd voor hem een vervolg krijgt. “Het enige wat ik kan doen om een vaste basisplaats te veroveren, is keihard werken. Het is nu even lastig, want ik heb met Stefano Denswil en Niklas Moisander verdedigers voor me die het goed doen. Maar ik ga er alles aan doen om één van hen omver te stoten. Gezonde concurrentie hoort er bij, toch? Dat maakt een ploeg alleen maar beter.”