Roberto Mancini werd deze week door Galatasaray gepresenteerd als opvolger van de ontslagen Fatih Terim. De Italiaanse oefenmeester beleefde woensdagavond een behoorlijk debuut als trainer van de Turkse grootmacht, aangezien de Turken een punt overhielden aan de spectaculaire uitwedstrijd tegen Juventus (2-2). Real Madrid was duidelijk een maatje te groot voor FC Kopenhagen: met uitblinkers Cristiano Ronaldo en Ángel Di María won Real met 4-0.

Juventus - Galatasaray

Juventus stelde in de eerste wedstrijd teleur, door gelijk te spelen bij FC Kopenhagen (1-1). Woensdagavond kwamen de supporters van Juventus er weer bekaaid vanaf, toen ze Galatasaray een punt zagen behalen op Italiaanse bodem. Zodoende lukt het de Turksen om de zure nasmaak van de oorwassing tegen Real Madrid (1-6 verlies) enigszins weg te spoelen. Juventus keek lang tegen een achterstand aan, maar wist deze in tien minuten tijd om te buigen tot een 2-1 voorsprong. Umut Bulut bezorgde de debuterende Mancini toch een punt, door de 2-2 binnen te schieten in de slotfase.

Galatasaray hield tegen Real duidelijk open huis en trachtte dit tegen Juventus absoluut te voorkomen. Dit leek de Turken aardig te lukken. Na een blunder van Juventus-verdediger Leonardo Bonucci, die de bal te kort terugspeelde op zijn doelman Gianluigi Buffon, kon Didier Drogba profiteren en zelfs voor de openingstreffer zorgen.

De organisatie van Galatasaray stond prima, maar de Bianconeri kwamen in de knotsgekke slotfase twee keer tot scoren. Arturo Vidal benutte een strafschop en Fabio Quagliarella kopte een voorzet van Andrea Pirlo tegen de touwen. De Italiaanse supporters waren in grote euforie, maar werden even later in rouw gedompeld door Umut Bulut, die er met zijn doelpunt voor zorgde dat de Turken met een punt van het veld zouden stappen. Wesley Sneijder speelde 75 minuten, terwijl Nordin Amrabat een half uur voor het einde van de wedstrijd in de ploeg van Mancini kwam.

Real Madrid - FC Kopenhagen

Real Madrid, waar Raphaël Varane na lang blessureleed weer voor het eerst in de basis startte, had woensdagavond geen kind aan het Deense FC Kopenhagen. Cristiano Ronaldo was de gevierde man bij De Koninklijke. De Portugese bracht Real op voorsprong, na een voorzet van Marcelo. Het was niet zo dat Kopenhagen volledig kansloos was, aangezien de Denen via Nicolai Jorgensen op de lat kopten.

De hoop van de Deense formatie werd na ruim een uur spelen door Ronaldo aan flarden geschoten, die daarmee voor zijn tweede treffer van de avond (en voor zijn vijfde CL-treffer van het seizoen) tekende. De laatste twintig minuten van de wedstrijd waren bestemd voor Di María. Na een assist van Karim Benzema was de Argentijnse vleugelspeler verantwoordelijk voor de 3-0 en per slot van rekening wist Di María ook nog voor het slotakkoord te zorgen, door de 4-0 te maken in blessuretijd.

Real Madrid staat na de ruime zege al met één been in de volgende ronde van de Champions League. De Madrilenen hebben de volle zes punten behaald uit hun twee wedstrijden. Juventus staat tweede, met slechts twee punten. Kopenhagen en Galatasaray staan gedeeld derde, met één punt uit twee duels.