Newcastle United is na twaalf wedstrijden de verrassende nummer vier van de Premier League. De ploeg presteerde sowieso al uitstekend, maar wist zondagavond ook voor het eerst dit seizoen een topclub te verslaan. Tottenham Hotspur ging in eigen huis met 1-2 onderuit. 

De seizoensstart van zowel Tottenham als Newcastle verliep erg goed. Spurs verloor enkel nog van Arsenal (3-1) en Manchester United (2-0) en ook The Magpies boekten al veel goede resultaten. Het enige dat daar nog aan ontbrak, was - net zoals in het geval van Tottenham - een overwinning op een topclub. Eerder verloor Newcastle met 2-1 van Liverpool (de enige competitienederlaag tot dusver) en hield het Manchester City (3-3) en Manchester United (0-0) op een gelijkspel. 

Tegen nummer drie Tottenham bleek er echter nog meer in te zitten voor de ploeg van Eddie Howe. Na een halfuur spelen was het Callum Wilson die de bal perfect in het doel wist te plaatsen. Daar ging een botsing met doelman Hugo Lloris aan vooraf, maar de scheidsrechter en VAR zagen daar geen overtreding in. Nog voor rust werd de voorsprong van Newcastle zelfs verdubbeld. Clubtopscorer Miguel Almiron sprintte de verdediging voorbij en passeerde Lloris voor een tweede keer. Zijn zesde van het seizoen zette zijn ploeg op een 0-2 voorsprong.

Na rust leek er voor Tottenham wel degelijk tijd om orde op zaken te stellen. In de 54e minuut dook Harry Kane - die tegenover Sven Botman geen makkelijke avond had - na een hoekschop op bij de tweede paal om de aansluitingstreffer binnen te koppen. Verder dan dat zou Spurs echter niet meer komen. Newcastle bleef voor de zevende wedstrijd op rij ongeslagen en klimt naar plek vier. Het staat nog maar twee punten onder Tottenham Hotspur, dat na de nederlaag derde blijft.