Met groot vertoon van macht heeft Manchester United zich geplaatst voor de kwartfinale van de Champions League. In eigen stadion maakte de verliezend finalist van vorig seizoen korte metten met AC Milan: 4-0. Wayne Rooney was met twee doelpunten wederom de grote man bij Manchester United.

Piece of cake, zou men in Engeland zeggen. Een makkie. Dat was het voor Manchester United tegen AC Milan. Na de 2-3 overwinning in Italië kon er eigenlijk al weinig meer mis gaan en op Old Trafford werd de klus eenvoudig afgemaakt.

Alleen in de eerste tien minuten van de wedstrijd mochten de bezoekers uit Italië nog hopen op een stunt. Via Ronaldinho en Klaas Jan Huntelaar, die weer eens in de basis mocht beginnen, kreeg de ploeg zelfs twee kansen op de 1-0. De kopbal van Ronaldinho ging echter net naast, terwijl Huntelaar in kansrijke positie leek te twijfelen of hij de bal moest aannemen, of in één keer op doel moest schieten. Het werd uiteindelijk iets daar tussenin, waardoor Manchester United-doelman Edwin van der Sar de bal eenvoudig van de voet van zijn landgenoot kon plukken.

Door deze treffer van Rooney was de tweestrijd beslist, want Milan moest nu nog drie keer scoren om de kwartfinale van de Champions League te bereiken. De moed zakte de Italianen in de schoenen en Manchester United kon de partij rustig uitvoetballen. Op aangeven van Nani zorgde Rooney vlak na de pauze voor 2-0, waarna Ji-Sung Park nog meer zout in de Milanese wonden strooide door de derde treffer op het scorebord te brengen.

Het slotakkoord was vervolgens weer voor de thuisploeg. Nadat Manchester United eerder al een paar kansen op de 4-0 liet liggen, zorgde de Schotse middenvelder Darren Fletcher in de slotfase voor het vierde Engelse doelpunt.