Real Madrid is er zondagavond niet in geslaagd om te profiteren van het puntenverlies van FC Barcelona bij Espanyol (0-0). Net als de titelconcurrent bleef de ploeg van de geplaagde coach Rafael Benitez steken op een remise. Op bezoek in het Estadio Mestalla van Valencia stond er na negentig spannende en slopende minuten een 2-2 eindstand op de borden. Hierdoor is Atlético Madrid, dat met 1-0 van Levante UD won, de winnaar van het weekend.

Vanaf minuut één was het genieten in Valencia, de supporters kregen absoluut waar voor hun geld. Het mooiste moment van het duel onder hoogspanning vond al na een kwartier spelen plaats. Karim Benzema was het begin- en eindstation van een fantastische aanval en maakte de 0-1. Na een fraaie dribbel van Benzema onderscheidde Gareth Bale zich met een hakje, vervolgens liet Cristiano Ronaldo zich zien met een 'no-look'-buitenkantje en Benzema rondde het vervolgens koeltjes af.

De kaarten werden zodoende opnieuw geschud, na rust begonnen beide ploegen weer met een schone lei. Het werd spannender en spannender, zeker toen Mateo Kovacic de rode kaart kreeg van arbiter José Sánchez. De kaart was absoluut terecht, maar het moment vloeide voort uit de nastoot van een penaltysituatie met Ronaldo. De Portugese vedette van Real Madrid kreeg echter geen strafschop, waarna Kovacic over de schreef ging met een onbesuisde tackle.

Ondanks de numerieke minderheid bleef Real Madrid zoeken naar een doelpunt. Deze kwam er. Gareth Bale verlengde een vrije trap van Toni Kroos fantastisch richting de lange hoek. De treffer leek te voelen als een bevrijding, maar de feestvreugde was zeer kortstondig van aard. Paco Alcacer knikte een minuutje na de goal van Bale alweer de 2-2 binnen. Daar bleef het bij, aangezien beide ploegen nog een reuzekans om zeep hielpen in de blessuretijd.

De situatie in de top van de Primera División is nu als volgt: Atlético heeft 41 punten, Barcelona staat op 39 en Real volgt op 37 punten. Barça heeft echter nog een wedstrijd tegoed.