Bayern München heeft de problemen van Borussia Dortmund groter gemaakt. Het topaffiche in de Duitse Bundesliga leverde zaterdag, ondanks een 0-1 achterstand bij rust, een 2-1 zege op voor der Rekordmeister, die BVB daarmee verder naar beneden duwde. Arjen Robben kroonde zich in de slotfase met een rake penalty tot matchwinner.

Op papier is Bayern - Dortmund een topduel, maar laatstgenoemde club is bezig aan een teleurstellend seizoen en bivakkeert zelfs in de gevarenzone van de Bundesliga. In de Allianz Arena mochten de manschappen van Jürgen Klopp zaterdagavond lang hopen op een goed resultaat, maar in de slotfase ging het toch weer mis.

Na een mooie aanval, ingeleid door Shinji Kagawa, kwam Dortmund in de 31ste minuut op voorsprong in München. Marco Reus kopte fraai raak na een voorzet van Pierre-Emerick Aubameyang vanaf de rechterflank. Bayern kreeg daarna, onder meer via Robben, meerdere kansen voor de 1-1. Deze viel echter pas in de 72ste minuut.

Franck Ribéry zag zijn steekpass op Robben onderschept worden door Neven Subotic, maar die liet het leder van zijn voet springen en daarop sloeg Robert Lewandowski toe vanuit de tweede lijn. Subotic speelde ook ongewild een belangrijke rol bij de 2-1. De Serviër beging in de 'zestien' een overtreding op Ribéry, wat tot een strafschop voor de thuisclub leidde. Robben zette zich achter de bal en liet keeper Roman Weidenfeller kansloos.

Dortmund heeft na tien wedstrijden pas zeven punten, waarmee het de zestiende plaats op de ranglijst bezet. Bayern München is met 24 punten de koploper in Duitsland.