FC Barcelona heeft zich zoals verwacht geplaatst voor de finale van de Champions League. De Catalaanse grootmacht zat na de met 3-0 gewonnen thuiswedstrijd tegen Bayern München al op rozen. De Duitsers zorgden nog wel voor eerherstel door in de return met 3-2 te zegevieren.

Barcelona won vorige week door twee goals van Lionel Messi en één van Neymar in het laatste kwartier. Door die klinkende uitslag had Bayern een wonder nodig om alsnog de eindstrijd van het miljoenenbal te bereiken. De manschappen van trainer Josep Guardiola konden weinig vertrouwen putten uit de laatste wedstrijden. Naast het treffen in Camp Nou ging Bayern ook kopje onder in de competitieduels met Bayer Leverkusen en FC Augsburg. Bovendien was Borussia Dortmund na strafschoppen te sterk in de halve finale van de DFB Pokal.

Barcelona was juist vol vertrouwen neergestreken in Beieren. De ploeg van coach Luis Enrique is vooral dankzij de vele treffers van het supertrio Messi-Neymar-Luis Suarez bezig aan een puike reeks. In eigen land beleefde Barcelona door het gelijkspel van aartsrivaal Real Madrid tegen Valencia (2-2) een topweekend. Met nog twee competitieduels voor de boeg heeft de koploper de titel voor het grijpen. Barcelona won inmiddels de zeven meest recente wedstrijden zónder daarbij ook maar één doelpunt te incasseren; een nieuw clubrecord.

Na een half uur spelen moest ook de meest optimistische Bayern-fan toegeven dat het tweeluik was beslist toen Barcelona opnieuw toesloeg. Het recept was hetzelfde als bij de gelijkmaker: Messi stuurde Suarez weg en die liet Neymar scoren. Bayern had voor de pauze minimaal op 2-2 moeten komen, maar onder meer Robert Lewandowski, Thomas Müller en Bastian Schweinsteiger vonden Marc-André ter Steegen op hun pad. Op slag van rust maakte de Barcelona-goalie de grootste kans ongedaan door de bal met een uiterste krachtsinspanning van de lijn te tikken.