Eén van de duels in de achtste finales van de Europa League wordt een beladen Italiaans affiche. Serie A-koploper Juventus bindt volgende maand de strijd aan met Fiorentina, de enige club die dit seizoen in de competitie wist te winnen van de formatie uit Turijn, met als inzet een plek in de kwartfinales van het Europese bekertoernooi.

Geografisch gezien is er misschien weinig reden tot rivaliteit tussen Juventus en Fiorentina. Turijn en Florence, de thuissteden van beide teams, liggen zo'n vierhonderd kilometer van elkaar verwijderd. Toch zijn duels tussen La Vecchia Signora en La Viola haat en nijd.

Fiorentina-fans menen nog altijd dat Juventus in het seizoen 1981/1982 de landstitel van hen heeft gestolen: op de laatste speeldag van de desbetreffende jaargang greep Fiorentina naast het kampioenschap na een aantal dubieuze arbitrale beslissingen; Lo Scudetto ging daardoor naar Juventus. De transfer van Roberto Baggio, destijds de grote man van Fiorentina, in 1990 van Florence naar de Turijnse grootmacht viel dusdanig slecht bij de tifosi van La Viola dat er rellen uitbraken in de straten van de Toscaanse plaats.

In datzelfde jaar was Juventus ook nog eens te sterk voor Fiorentina in de UEFA Cup-finale. 24 jaar later krijgen de Toscanen kans op revanche. Zelf hadden ze weinig moeite met Esbjerg fB. In Denemarken won Fiorentina vorige week al met 1-3, waardoor het 1-1 gelijkspel van vanavond voor eigen publiek niets uitmaakte. Josip Ilicic opende vlak na rust de score uit een vrije trap. Esbjerg, waar de Nederlandse aanvaller Mick van Buuren een basisplaats had, kwam in de slotfase langszij via Mikkel Vestergaard.

Juventus had eveneens weinig te duchten van Trabzonspor. De regerend kampioen van Italië was in eigen huis al met 2-0 te sterk voor de Turken en zegevierde in Turkije met dezelfde cijfers. Arturo Vidal en Pablo Osvaldo maakten al binnen 33 minuten het verschil.