Matthijs de Ligt steekt de hand in eigen boezem na de dramatische uitschakeling van het Nederlands elftal. Door vroeg in de tweede helft een rode kaart te pakken, speelde de centrumverdediger van Juventus een negatieve hoofdrol in Boedapest.

De Ligt verscheen vlak na het laatste fluitsignaal voor de camera van de NOS en kreeg als eerste vraag hoe hij zich voelde. "Heel slecht natuurlijk. Je verliest de wedstrijd eigenlijk door een actie van mij, dat voelt heel vervelend. We hadden de wedstrijd onder controle en dan komt er zo'n bal… Ik laat hem stuiteren, wat achteraf niet goed was. Daarna val ik op de grond en krijg ik een licht duwtje waardoor ik hands maak."

Oranje leverde een wanprestatie in Hongarije, maar De Ligt zoekt de schuld vooral bij zichzelf. "Dat veranderde die wedstrijd, het mag mij niet overkomen. Ik heb de laatste minuten gezien hoe ze lopen te strijden, dan kan ik alleen trots zijn op het team en voel ik mij heel verantwoordelijk. We hadden in de eerste de controle en kregen wat kansen. In de tweede helft hadden we de één op één, maar ik kreeg niet het gevoel dat zij veel kansen kregen. Het ging gelijk op, dan maakt die rode kaart het verschil."

In de groepsfase maakte Oranje nog zo'n sterke indruk, maar die lijn trok Oranje in de achtste finale niet door. Waar lag dat aan? "Dat kan ik niet aangeven. Tsjechië heeft een ploeg die fysiek sterk is een de duels niet schuwt, daar hadden we het bij vlagen lastig mee. Het was een fifty-fifty-wedstrijd, mijn rode kaart maakt het verschil. Het spelen van een toernooi is een gouden kans, als je er dan zo uitvliegt  is het pijnlijk."