Oranje beleefde een bijzonder pijnlijke avond in Boedapest. Het ging de achtste finale tegen Tsjechië in een favorietenrol tegemoet, maar kon de verwachtingen verre van waarmaken. Nog pijnlijker dan het (0-2) verlies, zijn de dramatische statistieken die daarbij kwamen kijken.

Zo produceerde Oranje in de gehele wedstrijd geen enkel schot op doel. Het noteerde zeven pogingen, maar geen enkele hiervan was dus tussen de palen. Daartegenover kwamen de Tsjechen tot dertien doelpogingen, waarvan vijf op doel. Nederland had overigens 52% van het balbezit, maar kon daarmee dus niet gevaarlijk worden. 

Eerder deze week dook de slechte onderlinge balans tegen Tsjechië al geregeld op. Zondagavond speelde Oranje voor de twaalfde keer tegen de Tsjechen en leed het voor de zesde keer een nederlaag. Opvallend is daarbij ook de rode kaart van Matthijs de Ligt. Het was de vierde rode kaart in de EK-geschiedenis van Nederland - vier keer tegen Tsjechië (of Tsjechoslowakije)! Johan Neeskens (1976), Willem van Hanegem (1976) en John Heitinga (2004) gingen De Ligt voor.