Real Madrid heeft zaterdag in La Liga op de valreep drie punten gepakt op visite bij hekkensluiter Deportivo la Coruna: 1-2. Daardoor nadert de Koninklijke nummer twee Atletico Madrid tot één punt. Atletico speelt zondag nog wel thuis tegen Espanyol.

Met het oog op de return tegen FC Barcelona in de beker (dinsdag) besloot coach José Mourinho een aantal vaste basisspelers te sparen bij Real Madrid. Onder meer Cristiano Ronaldo, Mesut Özil en Fábio Coentrão startten op de bank. Daarnaast ontbraken Xabi Alonso, Iker Casillias (beide blessure) en Sergio Ramos (geschorst).

Mourinho kreeg aanvankelijk de rekening gepresenteerd voor zijn besluit. Riki zorgde voor een 1-0 voorsprong van Deportivo bij rust. Hij schoot vanuit een lastige hoek hard raak in de korte hoek. Daarbij zag Real-keeper Diego Lopez er niet goed uit. Riki kreeg daarna nog twee goede kansen, maar dit maal redden Marcelo en Lopez.

Na 57 minuten was de maat voor Mourinho vol en bracht hij in één keer Cristiano Ronaldo, Özil en Sami Khedira. Met hen binnen de lijnen ging het beter lopen bij de landskampioen. De gelijkmaker achttien minuten voor tijd van Kaka was dan ook verdiend. De Braziliaan schoot raak vanaf de rand van het strafschopgebied. Een kwartier later bezorgde Gonzalo Higuain, op aangeven van Ronaldo, Real de winst.

In de slotfase kreeg Angel Di Maria nog rood, waardoor hij de volgende competitiewedstrijd -ook al tegen FC Barcelona- mist. De Argentijnse middenvelder kreeg in dertig seconden twee keer een gele kaart, eerst voor het weggooien van de bal en even later bleef hij bij een vrije trap van Deportivo te lang voor de bal staan.