Woensdag kwam na een onderzoek van de Dopingautoriteit naar buiten dat er wel dopingactiviteiten plaatsvonden bij Spakenburg, maar dat er onvoldoende bewijs was voor het daadwerkelijk gebruik van verboden middelen. De zaterdagtopklasser zou een 'niet-coöperatieve' en 'verwijtbare' houding hebben aangenomen in het onderzoek. Dat hebben bronnen verteld aan De Volkskrant.

Na de verrassende onthulling in het NRC Handelsblad dat er waarschijnlijk doping gebruikt werd door Spakenburg in het kampioensjaar 2011/2012, deed de Dopingautoriteit zes maanden lang onderzoek naar het gebruik en de aanwezigheid van prestatiebevorderende middelen bij de amateurclub.

De onderzoekers trokken de conclusie dat het verboden middel methylhexanamine minimaal twee keer in de kleedkamer aanwezig is geweest, maar het daadwerkelijk gebruik van de stof kon dus niet bewezen worden. Er kan zodoende geen tuchtprocedure worden gestart tegen Spakenburg.