VfB Stuttgart is niet langer hekkensluiter in de Bundesliga. De ploeg van coach Huub Stevens stond de laatste plaats zondag af aan Hamburger SV, door thuis met 3-2 te winnen van Werder Bremen. In blessuretijd maakte Daniel Ginczek de winnende goal voor Stuttgart, dat vlak daarvoor Werder langszij had zien komen.

Het leek een klassiek nachtmerrie-scenario voor een ploeg in de problemen: in eigen huis lang op voorsprong staan, maar dan vlak voor tijd een rode kaart én een tegendoelpunt incasseren. Het overkwam VfB Stuttgart zondag tegen Werder. Door een doelpunt van Ginczek was de hekkensluiter twintig minuten voor tijd op een 2-1 voorsprong gekomen en drie belangrijke punten lonkten, maar in de slotfase ging het alsnog mis.

Althanks, zo leek het. Want na een rode kaart voor Martin Harnik, die dommig tegen zijn tweede geel opliep, kwam Werder in de slotfase minuut langszij. Uit een corner kopte Vestergaard raak en ineens dreigde een enorme anticlimax voor Stuttgart. De zege was weg, ineens dreigde plotseling zelfs een nederlaag.

Maar met de rug tegen de muur gebeurde toch nog het wonder voor de thuisploeg. Met tien tegen elf knalde Ginczek de bal door de benen van Werder-keeper Wolf, waardoor Stuttgart toch nog drie punten pakte. Hierdoor passeert het Hamburger SV, dat eerder dit weekend thuis verloor van Wolfsburg, op de ranglijst. De achterstand op de 'veilige' vijftiende plek is ook ineens weer te overzien, deze bedraagt slechts drie punten.