De opmars van Vitesse vanuit de degradatiezone naar de middenmoot deed in Arnhem de hoop op Europees voetbal herleven. Om die hoop om te zetten in realisme, moest het zespuntenduel tegen NAC Breda zaterdag wel worden gewonnen. Een zege zat er voor de Gelderlanders echter geen moment in. De Bredanaars toonden zich in de Gelderse hoofdstad, zonder een al te grote inspanning te leveren, een maatje te groot: 0-3.

Het begin van Vitesse was nog alleraardigst. Al na vier minuten had Claudemir de 1-0 op zijn schoen na een fraaie solo van Lasse Nilsson. De Braziliaan schoot echter te slap in. Daarna kwam NAC, dat slordig begon, beter in de wedstrijd en kreeg het de touwtjes steeds meer in handen.

Pas na ruim een half uur ontwaakte de thuisclub uit haar slaap en kreeg het via Nicky Hofs en Paul Verhaegh binnen een minuut twee goede kansen op de gelijkmaker. Kort na die kansen greep Theo Bos in. De trainer haalde Frank van der Struijk naar de kant en bracht Julian Jenner, oud-speler van NAC, binnen de lijnen. Ook de vleugelspeler bleek niet de gehoopte bron van inspiratie. Pas na zeventig minuten werd hij voor de eerste keer, van grote afstand, gevaarlijk.

Het stond toen al 0-3. Vlak na rust maakte Anthony Lurling na Arnhems geklungel de 0-2, waarna niet veel later Feher de eindstand op 0-3 bepaalde. De Hongaar kopte een voorzet van Joonas Kolkka achter Velthuizen, die zijn ploeg behoedde voor een nog ruimere nederlaag. In de slotfase was Matthew Amoah, oud-Vitessenaar, in één actie tweemaal dichtbij de 0-4, maar de invaller stuitte telkens op de sluitpost.