Ole Gunnar Solskjaer lijkt nog even te mogen blijven als manager van Manchester United. De veelgeplaagde Noor won met zijn ploeg eindelijk weer eens in de Premier League. Op bezoek bij subtopper Everton was het wederom Bruno Fernandes die de redder van de in verval geraakte topclub bleek met twee goals en een assist: 1-3.

Voorafgaand stond United op een onthutsende vijftiende plaats in de Premier League. Midweeks wat Istanbul Basaksehir nog te sterk in de Champions League. Engelse media speculeerden al over de laatste wedsstrijd van de Noor, die onder meer Paul Pogba en Donny van de Beek op de bank posteerde. De Fransman viel nog in, de Nederlander niet.

In de openingsfase was duidelijk te zien dat het United aan vertrouwen ontbeerde. Everton, dat ondanks een slechte serie vijfde staat, kwam al snel op voorsprong. In de negentiende minuut was het Bernard, de Braziliaanse linkervleugelaanvaller, die na een prima aanval de jarige David de Gea verschalkte.

Het leek de opmaat naar het ontslag van Solskjaer. De Noor zag echter dat zijn ploeg zich dankzij – wie anders dan - Bruno Fernandess weer oprichtte en het duel nog voor rust helemaal omdraaide. Na een prachtige aanval en dito voorzet van Luke Shaw kopte de Portugees binnen en vlak voor het fluitsignaal gaf hij een dermate scherpe voorzet zodat Marcus Rashford er niet eens tegenaan kon lopen, maar de bal wel achter Jordan Pickford viel: 1-2.

Na rust drukte Everton wel,  maar had United de beste kansen. Zo had vooral Rashford het duel al eerder mogen beslissen. Dat gebeurde niet, maar ook Everton wist niet te scoren. In de slotminuut gaf Fernandes keurig de bal af op Edinson Cavani, die de 1-3 binnenschoof. Zodoende won United voor de zevende keer op rij een uitduel in de Premier League en heeft Solskjaer weer een klein beetje lucht.