Sven van Beek is na meer dan een jaar eindelijk weer vaste waarde in de Eredivisie. Ooit gold hij als groot talent bij Feyenoord, momenteel probeert de blessuregevoelige verdediger zijn loopbaan nieuw leven in te blazen bij Willem II. In Tilburg knokt hij voor eerherstel van zichzelf én zijn tijdelijke werkgever.

Van Beek moest ruim een jaar wachten op zijn eerste basisplaats in de Eredivisie. Blessureleed hield hem lange tijd aan de kant. "Ik moest die drempel over, weer een echte wedstrijd spelen", zegt hij in gesprek met Voetbal International. De drempel werd gevoelsmatig steeds hoger. Ik voelde toch een bepaalde druk die helemaal niet nodig is. Ik kan nog steeds voetballen, hè. Ik ben altijd kritisch op mezelf geweest, maar als je twee jaar niet gespeeld hebt moet je ook blij zijn met wat er kan. Ik ben nog niet waar ik wil zijn, het moet nog beter. Maar ik ben goed op weg."

Voor de verdediger is het cruciaal om zich eindelijk weer in de kijker te spelen. "Mijn contract bij Feyenoord loopt af. Het gaat om de toekomst van Willem II, maar ook om mijn toekomst. Ik wil laten zien dat ik het nog kan, de mensen die denken dat ik altijd geblesseerd ben tonen dat ik er nog ben. Ik ben nuchter genoeg. Ik had ooit wat voor ogen en wil er nog steeds alles voor doen, maar ik moet ook realistisch zijn. De ambitie misschien een beetje bijscherpen. Dit is geen eindstation, voor nu is het goed. En misschien ga ik wel blijven als ik het echt naar mijn zin heb."

Van Beek gold jarenlang als een van de grootste talenten van Feyenoord en ontpopte zich tot vaste waarde in het hart van de defensie. De jeugdexponent van de Rotterdammers ging echter steeds vaker met blessures kwakkelen, zoals aan zijn enkel en teen. Daardoor moest de pechvogel toekijken toen 'zijn' Feyenoord in 2017 de landstitel veroverde.