Spanje heeft zondag een nieuwe misstap in de kwalificatie voor het WK van 2022 ternauwernood weten te voorkomen. Na het 1-1 gelijkspel tegen Griekenland van afgelopen donderdag leek het tegen Georgië lange tijd op dezelfde eindstand af te stevenen. In de absolute slotfase was het echter Dani Olmo die twee heel belangrijke punten redde voor de Spanjaarden.

Bij nieuw puntverlies waren de zorgen voor Spanje extreem groot geweest. Om uit die sfeer te blijven was een overwinning op Georgië dan ook noodzakelijk. Spanje controleerde de wedstrijd in de eerste helft, maar kwam nauwelijks tot echte kansen. Dat lukte Georgië vlak voor rust in de omschakeling wel, toen middenvelder Khvicha Kvaratskhelia op links alle ruimte kreeg. Hij werd gevonden en schoot in de verre hoek binnen. Spanje ging de rust in met een achterstand en nieuw puntenverlies dreigde.

Na rust kon de ploeg wel snel iets terug doen. Na een voorzet van Jordi Alba miste Alvaro Morata de bal, maar stond achterin wel Ferran Torres om de bal binnen te lopen. Spanje stond op 1-1 en had nog 35 minuten om de wedstrijd naar zich toe te trekken. Daar kreeg het wat kansjes voor, maar echt grote mogelijkheden bleven opnieuw uit. Althans, tot de tweede minuut van de blessuretijd. Toen werd Olmo gevonden door een knappe pass van Jordi Alba en schoot hij de bal van grote afstand richting het Georgische doel. De keeper leek de bal te kunnen pakken, maar kon 'm niet voldoende van richting veranderen om een tegentreffer te voorkomen.

Spanje ontsnapte en kan zich met drie punten op zak gaan richten op de laatste wedstrijd van deze interlandperiode, thuis tegen Kosovo. Wel weet het dat dingen serieus zullen moeten veranderen om deze poule, met onder meer ook Zweden en een goed presterend Griekenland, te kunnen winnen.