Manchester City heeft dinsdagavond een eerste stap gezet richting de halve finale van de Champions League. De koploper van de Premier League won in eigen stadion met 1-0 van een stug Atlético Madrid. De hoofdrollen in Manchester gingen naar Kevin De Bruyne en Phil Foden.

Met Nathan Aké in de basis wilde City het tweeluik graag voor eigen publiek al klaren. De ploeg van manager Josep Guardiola wist echter dat Atlético geen open huis kwam houden in het Emirates Stadium. De Madrilenen beperkten zich tot counteren en dat leverde bizarre statistieken op. In de eerste helft had een slordig City lieft zeventig procent balbezit, terwijl Atleti niet een schot op doel afleverde.

In het tweede bedrijf openden de bezoekers juist aanvallend, al leverde dat geen echte kansen op. City nam de touwtjes na een stormachtig begin weer in handen en bleef zoeken naar de bevrijdende 1-0. Jan Oblak bleek echter een grote sta-in-de-weg en keerde een vrije trap van De Bruyne. Guardiola besloot daarna in te grijpen en bracht Foden, Jack Grealish en Gabriel Jesus binnen de lijnen.

Dat bleek uiteindelijk het ontbrekende puzzelstukje voor de gastheer. Foden stond amper twee minuten binnen de lijnen toen hij De Bruyne op magistrale wijze alleen voor Oblak zette. Na een schitterende steekbal bleef de Belg kalm en schoof de 1-0 tegen de touwen. Daarna bleek Atlético niet bij machte om serieus voor een gelijkmaker te gaan en vond City het prima om met een 1-0 voorsprong af te reizen naar Spanje.

Daar staat volgende week woensdag om 21.00 uur namelijk de return op het programma. In het Estadio Wanda Metropolitano zullen de bezoekers uit Engeland ongetwijfeld nog vol aan de bak moeten om de 1-0 voorsprong succesvol te verdedigen. Diego Simeone zal zijn zinnen zetten op een kolkend stadion met 68.000 fanatiek Madrilenen.