Ajax heeft de achterstand op koploper FC Twente in de Eredivisie gehalveerd. In een met name voor rust zeer fletse topper wonnen de Amsterdammers voor eigen publiek met 1-0. Christian Eriksen maakte halverwege de tweede helft, juist in een fase dat FC Twente een paar keer gevaarlijk was, het winnende doelpunt. Het verschil tussen beide teams op de ranglijst is hierdoor teruggebracht van zes tot drie punten.
Ajax had zo wat het wilde, namelijk de zege. Trainer Frank de Boer kan tevreden zijn, al zal het spel van zijn ploeg hem niet meegevallen zijn. Ajax wist amper kansen te creëren tegen een zeer defensief ingestelde opponent, wat leidde tot een saai duel.
Niet verliezen was dus het devies voor de ploeg van coach Steve McClaren en daar speelde het ook naar. De organisatie werd geen moment uit het oog verloren en omdat Ajax te weinig durf en misschien wel kwaliteit in het spel legde, bleven openingen uit.
De eerste 45 minuten van de papieren kraker in de ArenA hadden ook schriftelijk afgekund, zo saai was het. Aan beide kanten viel één kansje te noteren; namens Twente kopte Nacer Chadli in de handen van Vermeer en aan de andere kant schrok Niklas Moisander zó van een plotseling kans die hem geboden werd door Christian Eriksen, dat hij de bal totaal verkeerd raakte. Verder viel er niets, maar dan ook echt helemaal niets te genieten in de hoofdstad. Schaakvoetbal, noemen trainers dat. Liefhebbers zouden er een ander, minder vleiend, woord voor hebben.
Ook Chadli was daarna uit een corner dicht bij de 0-1, zijn kopbal kon nog net gekeerd worden door Vermeer, maar de openingstreffer viel uiteindelijk aan de andere kant. Christian Eriksen probeerde het eens vanaf een meter of twintig en vond een gaatje. Zijn inzet hobbelde buiten bereik van Twente-keeper Mihaylov in het doel. Dat bleek voldoende voor Ajax om de drie punten in huis te houden, want het tot vandaag nog foutloze FC Twente kon in het restant van het duel geen vuist meer maken.