In Nederland wordt vier procent van de sporters benaderd om de uitkomsten van eigen wedstrijden te manipuleren. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Van de 732 (oud-)sporters die deelnamen aan een enquete, denkt 27 procent dat matchfixing zich in de eigen omgeving heeft voorgedaan. Acht procent kent mensen in zijn omgeving die benaderd zijn en vier procent is zelf benaderd om deel te nemen aan illegale praktijken. De onderzoekscommissie stelt vast dat matchfixing in Nederland op beperkte schaal voorkomt.
Het rapport is gemaakt in opdracht van minister Edith Schippers door de hoogleraren Toine Spapens (Universiteit van Tilburg) en Marjan Olfers (Vrije Universiteit), in samenwerking met accountantsbureau Ernst & Young. De ondervraagden komen voort uit het voetbal, tennis, basketbal, boksen en draf- en rensporten.