Feyenoord moet even een pas op de plaats maken in de strijd om het kampioenschap. De Rotterdammers gingen zaterdagavond met 3-2 onderuit bij ADO Den Haag. Voor de manschappen van trainer Maurice Steijn waren de drie punten meer dan welkom, waardoor ze nu voorlopig van de laatste plaats in de Eredivisie af zijn.

Feyenoord had vanaf het begin van de eerste helft het heft volledig in handen. Vooral het eerste half uur wist ADO nauwelijks over de middenlijn te komen. Hoewel Feyenoord meer dan zeventig procent balbezit had, wist het weinig te creëren. De enige kans van het eerste bedrijf van de Rotterdammers kwam op naam van Jean-Paul Boëtius. De vleugelaanvaller zag zijn schot gekeerd worden door Coutinho.

Aan het begin van de tweede helft moest Joris Mathijsen noodgedwongen het veld verlaten. De centrale verdediger kreeg de bal in zijn gezicht en moest direct vervangen worden. De mandekker werd voor onderzoek naar het ziekenhuis gebracht. Het lukte Feyenoord in het begin van het tweede bedrijf eveneens niet om kansen te creëren, terwijl het in de achterhoede enkele keren ontsnapte door gevaarlijk balverlies. De Kuipbewoners werden vooral op wilskracht en strijdlust afgetroefd.

Het spel golfde vervolgens op en neer. In de blessuretijd zag Stefan de Vrij een afstandsschot rakelings langs het doel gaan, maar verder kwam Feyenoord niet. ADO is door de drie punten van de laatste plek af. Feyenoord kan zondag de concurrentie zien uitlopen.