Oranje-tijden veranderen: "Nooit zo extreem geweest"

Het gaat wat ver om te zeggen dat het Nederlands elftal een ware duiventil is, maar feit is dat er momenteel bijzonder veel nieuwe spelers een kans krijgen in Oranje. Hoewel Wesley Sneijder de nieuwe spelers talentvol vindt, weet hij dat het moeilijk is om nu een team te bouwen.

Deze interlandperiode kwamen Bart Ramselaar, Joshua Brenet, Marvin Zeegelaar en Marten de Roon voor het eerst bij de selectie van Oranje. "We waren al een team in een overgangsfase, maar door al die blessuregevallen is het nóg moeilijker om aan een vast elftal te bouwen. Dat is nieuw, ook voor mij. Ik kan me niet herinneren dat ik het ooit zo extreem heb meegemaakt", zegt Sneijder tegen het Algemeen Dagblad.

Toen de aanvallende middenvelder in 2003 doorbrak in Oranje, was de situatie totaal anders. "Destijds waren er bij wijze van spreken wel tien aanvoerders'', weet Sneijder. "Er was een grote vaste kern. Dat is nu heel anders. Ik ben heel blij dat Arjen Robben weer terug is, als gezicht van de oude generatie. Niet alleen omdat hij zo geweldig kan voetballen, maar ook voor het team als geheel. Bij de vorige interlands was ik de enige die over was. Ik neem die verantwoordelijkheid graag hoor, maar het is wel prettig als je daarin niet helemaal alleen staat.''

Sneijder maakte woensdag tegen België zijn opwachting en staat daardoor nu op 125 interlands. Als hij nog vijf keer in actie komt, evenaart hij recordhouder Edwin van der Sar. Toch is dat niet zijn enige drijfveer met het Nederlands elftal. "Ik wil gewoon heel graag nog één keer een eindtoernooi meemaken. Dat ik in dat geval automatisch recordinternational wordt, is mooi meegenomen. Prachtig. Maar dat is niet het doel op zich. Met een nieuw Oranje het WK in Rusland halen, dat zou ik mooi vinden. En dan hoop ik dat de nieuwe generatie straks óók uitgroeit tot een heel sterk Nederlands elftal. Natuurlijk heb ik wel eens heimwee naar de tijd dat we alles wonnen. Maar dit is ook best leuk, hoor.''