Real Madrid heeft zaterdag het thuisduel met Celta de Vigo met een simpele 2-0 zege afgesloten. Daarmee blijft De Koninklijke enigszins in het spoor van koploper FC Barcelona, dat nu acht punten meer heeft maar zondag nog het lastige duel met Atlético Madrid voor de kiezen krijgt. 

Vier dagen nadat Chelsea in de Champions League in Londen met 0-2 werd verslagen, zette Real diezelfde uitslag zaterdagavond op het bord tegen nummer 12 Celta, dat aantrad met twee basisspelers met een verleden in Nederland. Linksbuiten Luca de La Torre (ex-Heracles) en centrale verdediger Renato Tapia (ex-Twente en -Feyenoord) mochten starten in het Santiago Bernabéu, terwijl  Jørgen Strand Larsen (voorheen FC Groningen) negentig minuten op de bank bleef. 

Zij zagen Real in de eerste helft op voorsprong komen via Marco Asensio, die vlak voor rust het veldoverwicht van de thuisploeg bekroonde door een voorzet van Vinícius Júnior fraai richting kruising te sturen. 

Daarmee was ook de ruststand bereikt. In de tweede helft liep Real vervolgens vrijwel direct na de hervatting uit naar een 2-0 voorsprong. Asensio sneed een hoekschop aan vanaf links, waarna centrale verdediger Eder Militão voor zijn man kwam en doelman Iván Villar volstrekt kansloos liet. 

Door de zege verkleint Real het gat met Barcelona tijdelijk tot acht punten. De ploeg van Carlo Ancelotti zal moeten hopen dat de Catalanen morgen puntverlies leiden tegen stadgenoot Atlético, als lijkt de hoop op de Spaanse titel al lang te zijn opgegeven bij de club. De focus zal vooral op prolongatie van de Champions League liggen. In de halve finale wacht in dat toernooi een dubbele confrontatie met Manchester City.