Manchester City zal een klein wonder moeten verrichten om nog kampioen van Engeland te kunnen worden. De ploeg van trainer Roberto Mancini verloor zondag de kraker van Arsenal dankzij een late treffer van Mikel Arteta: 1-0. City zal daardoor in de resterende zes speelronden een achterstand van acht punten moeten zien goed te maken op koploper Manchester United.

City wist dat alleen een overwinning in het Emirates Stadium volstond om druk te houden op aartsrivaal. De bezoekers probeerden dan ook direct vanaf de aftrap druk te zetten, maar waren echter niet in staat hun beste spel op de Londense mat te leggen. Ook Arsenal was vaak onzuiver in de passing, wat de wedstrijd niet ten goede kwam. Mario Balotelli ontsnapte voor rust tot tweemaal toe aan een rode kaart na onbesuisde overtredingen op Alexandre Song en Bacary Sagna. Met slechts eenmaal geel op zak stapte hij na 45 minuten spelen de catacomben in voor de rust.

Na rust kregen beide ploegen een grote mogelijkheid op de openingstreffer. Arsenal-aanvoerder Robin van Persie, die later nog een goal afgekeurd zag worden vanwege buitenspel, en Sergio Agüero hadden het vizier echter niet op scherp staan. De grootste kans was echter voor Theo Walcott, die een inzet via City-doelman Joe Hart op de paal zag belanden. Thomas Vermaelen en Yossi Benayoun slaagden er niet in om de rebound tussen de palen te krijgen.

Het duel leek hierna op een doelpuntloos gelijkspel af te stevenen, maar Arteta schonk The Gunners vier minuten voor tijd nog de zege met een fraaie afstandsknal. In de extra tijd werd Balotelli nog van het veld gestuurd na een zware tackle op Sagna. Arsenal staat derde in de Premier League na de zege.