Een uitstekende trainingsstage met Oranje in Zwitserland leverde Robin van Persie zaterdag een basisplaats op tegen Kameroen. Met het WK nadrukkelijk in zicht lijkt de vleugelspits het juiste moment te hebben gekozen om te exceleren. "Ik heb keihard gewerkt, maar er kunnen nog genoeg dingen beter", aldus Van Persie in gesprek met FCUpdate.nl.

Tegen Kameroen liet de aanvaller van Arsenal zien waarom hij is uitgegroeid tot een potentiële basisspeler van het Nederlands elftal. In de regenachtige Kuip was de 22-jarige Rotterdammer zaterdag één van de uitblinkers. De linkspoot speelde als rechtsbuiten, normaal de positie van Feyenoorder Dirk Kuyt. Op die plaats liet Van Persie zien gezegend te zijn met een fabelachtige techniek en een uitstekende voorzet.

Van Persie had voor aanvang van het trainingskamp aan het Meer van Genève niet gerekend op een basisplaats tegen Kameroen. "Ik kreeg donderdag tijdens de tweede training voor het eerst een oranje hesje en toen was ik wel een beetje verrast. Daarna hebben we nog een partij gedaan en dat ging redelijk goed. De volgende dag had ik weer een hesje, dus toen begon ik het wel door te krijgen." 

De week in Zwitserland heeft de Oranje-selectie volgens Van Persie goed gedaan. "We hebben zware trainingen achter de rug en dat heb je nodig. Ik denk dat je er in de voorbereiding op het WK minimaal tien tot vijftien keer helemaal doorheen moet zitten. Dan heb je een goede basis en kun je er op het WK vol tegenaan."

Hoewel hij zaterdagavond tot de beste spelers behoorde, is Van Persie zelf niet geheel tevreden. "Ik heb een dubbel gevoel overgehouden aan de wedstrijd. De eerste helft was hartstikke goed, de tweede helft zakten we wat weg. Maar zelfs uit de tweede helft kun je wel wat positiefs halen. We hebben keihard gewerkt en bleven elkaar helpen waar nodig." 

Van Persie kijkt al uit naar de volgende twee oefenduels van Oranje; donderdag tegen Mexico en zondag tegen Australië. "Voor het systeem dat wij willen spelen moet je ijzersterk zijn. We moeten met de dag beter worden en daar is haast geen tijd meer voor. We hebben nog twee weken, dus we moeten veel met elkaar praten, dingen van elkaar aannemen en keihard werken. Dan moeten we hopen dat we er in Duitsland staan."