Ernest Faber stond bij PSV voor een hels karwei toen hij in december de honneurs waarnam na het vertrek van Mark van Bommel. De trainer beleefde een moeizaam debuut tegen GVVV, waar in de beker pas na verlenging van werd gewonnen. Faber merkte daar in Veenendaal hoe slecht het gesteld was met de ploeg.

De 46-jarige trainer zat tegen GVVV voor het eerst op de bank en schrok van zijn ploeg, vertelt hij in een terugblik bij Omroep Brabant. "Ik wist niet dat de situatie zo erg was", zegt de trainer. "Ik dacht: jongens, hoe kan het zijn dat wij dit als PSV toestaan? Ik was onaangenaam verrast, omdat we zoveel kwaliteit hadden. Ik dacht: potverdikke, het wordt nog een heel karwei. Je geeft het bijna uit handen en zet jezelf bijna voor schut. Daarom vind ik het wel knap hoe de teamgeest is veranderd."

Faber doet door de komst van Roger Schmidt een stapje terug bij PSV en gaat aan het werk in de jeugdopleiding. Uiteindelijk kijkt hij tevreden terug op zijn rol als interim-trainer. "We hebben alles meegemaakt. Links, rechts, boven, beneden... We hebben heel veel weerstanden moeten overwinnen, het is een soort beproeving geweest. In de eindfase hadden we het redelijk voor elkaar, werkten we samen en maakten we elkaar beter. Uiteindelijk is het wel een verrijking en een leerzame periode geweest voor mij. Het is uiteindelijk jammer dat we het niet af konden maken, maar ik kijk er positief op terug."

Toen de competitie werd gestopt, stond PSV vierde in de Eredivisie. De achterstand op nummer drie Feyenoord bedroeg één punt.