De FIFA gaat de keuze om te spelen voor een nationale ploeg eenvoudiger maken voor voetballers. Op korte termijn worden de regels aangepast en mogen spelers tot hun 21ste drie officiële interlands spelen voor een bepaald land en dan alsnog switchen. Dat geldt dus ook voor wedstrijden in kwalificaties of eindtoernooien. Op 18 september wordt er gestemd over het voorstel, maar dat is vermoedelijk slechts een formaliteit.

Dat schrijft Voetbal International althans. Daarmee wil de FIFA voorkomen dat spelers met dubbele nationaliteiten op jonge leeftijd worden opgeroepen, enkele speelminuten krijgen en vervolgens niet meer kunnen switchen. Als in de praktijk blijkt dat een speler dan onvoldoende perspectief heeft op speeltijd bij dat desbetreffende land, komt er dus een mogelijkheid om te switchen.

Momenteel is het zo dat een speler met een dubbele nationaliteit mag switchen zolang hij alleen oefenwedstrijden heeft gespeeld voor een bepaald land. Dat mag overigens al niet meer, als hij in de jeugd heeft gekozen voor een bepaald land en zijn keuze wijzigt voor de A-teams van één van de landen. Ook dat kan dus veranderen, al zitten daar enkele voorwaarden aan. Zo moet er minimaal twee jaar tussen de laatste interland voor het ene land en het debuut bij het andere land zitten. Het kan in een reguliere situatie dus niet zo zijn dat hij in de kwalifcatie voor het ene land speelt, maar op het eindtoernooi voor het anderen. 

Bij Nederland geldt dat bijvoorbeeld voor Mohammed Ihattaren die recent voor Oranje koos, maar nog kan veranderen als blijkt dat hij toch te weinig in actie komt. Ook Anwar El Ghazi - die twee interlands speelde voor zijn 21ste namens het Nederlands elftal - zou in de toekomst nog weer mogen kiezen voor Marokko. Andersom zou Robin Gosens de overstap van Duitsland naar Oranje nog kunnen maken.