Real Madrid heeft in de strijd om de titel in Spanje geen steek laten vallen op bezoek bij Deportivo Alavés. De Madrilenen traden zonder trainer Zinédine Zidane aan in het Estadio Mendizorrotza, waar na negentig minuten een 1-4 eindstand op het scorebord stond. Dat succesje kon Real na een dramatische week goed gebruiken.

Real slaagde er namelijk niet in om de finale van de Supercopa de España te bereiken en kreeg een daarna ook een flinke tik in de Copa del Rey. Daarin bleek CD Alcoyano, dat uitkomt op het derde niveau, te sterk voor de grootmacht. Tot overmaat van ramp reisde coach Zidane vanwege een coronabesmetting ook nog eens niet mee naar de competitiewedstrijd tegen Alavés.

Zonder de aanwijzingen van de Fransman had Real echter ook geen kind aan de laagvlieger uit Vitoria-Gasteiz. Halverwege waren de bezoekers al klaar met dankzij doelpunten van Casemiro, Karim Benzema en Eden Hazard. Na de thee dacht Alavés na een treffer van Joselu nog even aan een resultaat, maar Benzema schoot die hoop niet veel later aan diggelen.

Door de driepunter blijft Real enigszins in het spoor van koploper Atlético Madrid, dat vier punten meer heeft. Daarnaast heeft de ploeg van Diego Simeone twee wedstrijden minder gespeeld. Zondagavond speelt Atlético in eigen stadion tegen het kwakkelende Valencia. Het FC Barcelona van Ronald Koeman en Frenkie de Jong staat momenteel vierde in La Liga.