PSV is zijn koppositie in de Eredivisie kwijt. Een week na de thuisnederlaag tegen Vitesse ging de ploeg van coach Dick Advocaat ook tegen Ajax onderuit. In de ArenA werd het 3-1, waardoor de top-vijf van de competitie nu binnen vier punten van elkaar staat. Viktor Fischer was met een goal en een assist beslissend voor de thuisploeg.
Met Ajax kreeg de topper in de ArenA de winnaar die het verdiende, met name op basis van de eerste helft. In de eerste 45 minuten was Ajax zo veel beter dan de ploeg uit Eindhoven, dat een ruststand van 3-1 of 4-1 volledig terecht geweest zou zijn. Dat het 1-1 stond, was een wonder.
Het fris ogende Ajax was veel beter, maar scoorde in die fase te weinig. Alleen Siem de Jong was trefzeker, hij kopte een corner bij de tweede paal binnen. Teamgenoten Toby Alderweireld, Danny Hoesen, Derk Boerrigter en Viktor Fischer hadden het vizier minder scherp staan en lieten opgelegde kansen liggen.
Door die treffer van Lens en de gemiste kansen van Ajax kon de partij na rust nog alle kanten op. De thuisploeg bleef het betere van het spel houden, maar PSV kwam er een aantal keer levensgevaarlijk uit en had de partij via Lens zelfs naar zich toe kunnen trekken. De international werd twintig minuten voor tijd alleen voor Vermeer gezet en had alle tijd om een hoek uit te zoeken, maar schoof de bal net naast.