Drie dagen na de topper in de competitie tegen PSV, heeft Ajax opnieuw een prestigestrijd gewonnen. Ten koste van aartsrivaal Feyenoord bereikte de landskampioen woensdag de halve finale van de KNVB Beker: 3-1. Jean-Paul Boëtius zette de bezoekers vroeg in de wedstrijd op voorsprong, maar Viktor Fischer maakte al voor rust gelijk. Na de pauze beslisten Bojan Krkic en Thulani Serero het duel in Amsterdams voordeel.

Direct nadat eind december de loting voor de kwartfinale van de KNVB Beker plaatsvond, keek iedereen uit naar die ene kraker. Want Ajax-Feyenoord is veel meer dan zomaar een wedstrijd tussen twee topclubs, het is de klassieker van het Nederlandse voetbal. Geen enkele wedstrijd roept zoveel emotie op bij supporters door het hele land, als deze.

Ajax en Feyenoord stelden hun supporters, en de vele liefhebbers die 'neutraal' naar het duel keken, niet teleur. De twee grootste clubs van het land maakten er in de ArenA een mooie pot voetbal van, waarin lang onduidelijk was wie aan het langste eind zou trekken.

De voorsprong van Feyenoord was terecht en bijna werd het zelfs 0-2, maar inzetten van Ruben Schaken en Graziano Pellè konden ternauwernood worden gered. Ajax was de onderliggende partij, maar kwam via Viktor Fischer wel op 1-1. De Deen tikte raak nadat scheidsrechter Blom goed de voordeelregel toegepast had. Hij liet doorspelen na een harde overtreding van Joris Mathijsen, die daarvoor na de treffer van Fischer alsnog de gele kaart voorgehouden kreeg. Nog voor rust was diezelfde Fischer dichtbij de 2-1, maar zijn inzet werd van de lijn gehaald door Feyenoord-verdediger Sven van Beek, de vervanger van de geschorste Stefan de Vrij.

Ajax is de vierde en laatste ploeg die zich verzekerd heeft van een plaats in de halve finale van het nationale bekertoernooi. Eerder stelden titelverdediger AZ, PEC Zwolle en NEC al een plek bij de laatste vier veilig.