Het moet heel gek lopen wil Ajax niet opnieuw kampioen van Nederland worden. Door de zege in de Kuip op Feyenoord (1-2) en het gelijkspel van FC Twente bij FC Utrecht (1-1), is de voorsprong van de ploeg van coach Frank de Boer op achtervolgers Twente en Vitesse opgelopen tot acht punten. Mocht de titel inderdaad weer naar Amsterdam gaan, is het volgens Niklas Moisander vooral te danken aan de breedte van de selectie.

Alles wat Ajax dit seizoen zo sterk maakt, zat volgens Moisander verpakt in de 1-1 van zijn club in de Kuip. Op een moment dat Feyenoord de wedstrijd in handen had, snelde Ricardo Kishna langs Bruno Martins Indi. Hij bediende Kolbeinn Sigthórsson, die de gelijkmaker tegen de touwen tikte. Niet zozeer de manier waarop Ajax scoorde was volgens Moisander veelzeggend, maar vooral de hoofdpersonen. Kishna debuteerde mede door de afwezigheid van Lasse Schöne en Viktor Fischer in de basis, Sigthórsson was vlak daarvoor in de ploeg gekomen als vervanger van de geblesseerde Bojan Krkic. Twee spelers die misschien helemaal niet hadden gespeeld als iedereen fit was geweest, hielpen de ploeg van coach Frank de Boer over het dode punt.

Dat laatste is nog een understatement, want met acht punten voorsprong op FC Twente en Vitesse lijkt het een kwestie van tijd voordat Ajax opnieuw landskampioen is. "We staan waar we willen staan", glundert Moisander. Een vierde titel op rij lonkt en voor het eerst lijkt de buit begin maart al binnen. "De laatste jaren hebben we er nooit zo goed voorgestaan", verwijst de centrale verdediger naar de ruime voorsprong van zijn ploeg. "Een ongekende luxe, heerlijk. We kunnen het restant van de competitie nu met een heel goed gevoel ingaan."