FC Barcelona heeft een nipte zege geboekt in de stadsderby tegen Espanyol. De equipe van trainer Gerardo Martino haalde zaterdag in het Estadi Cornellà-El Prat niet zijn hoogste niveau, maar trok uiteindelijk wel de drie punten naar zich toe: 0-1.

Barcelona wist maar moeizaam uitgespeelde kansen te creëren, aangezien Espanyol zijn zaakjes achterin prima voor elkaar had. Toch kregen Lionel Messi en Neymar in een tijdsbestek van één minuut beide een dot van een kans om de score te openen.

Dat was in de achttiende minuut. Eerst mocht Messi koppen na een voorzet van Dani Alves. De bal ging echter over het doel. Vlak daarna bereikte Alves Neymar en die schoot - helemaal vrij - naast. Aan de andere kant was Pizzi in de 22ste minuut dicht bij de 1-0 voor Espanyol. Na een fraaie pass van Sergio García schoot hij maar net naast.

Martino moest in de rust iets bedenken, maar in het tweede bedrijf werd het spel van Barcelona er niet beter op. Toch werd het een kwartier voor tijd 0-1, doordat Messi beheerst een penalty benutte. Scheidsrechter Clos Gómez wees naar de stip vanwege een handsbal van Javi López. Laatstgenoemde eindigde de wedstrijd noodgedwongen onder de lat bij Espanyol.

Keeper Kiko Casilla kreeg de bal in de 81ste minuut buiten de 'zestien' tegen de hand na een schot van Messi, wat hem op een rode kaart kwam te staan. Omdat Espanyol al drie keer had gewisseld, moest Javi López het doel verdedigen. Een tegendoelpunt bleef hem bespaard, al gingen de punten wel mee naar Camp Nou: 0-1. FC Barcelona neemt daarmee de koppositie over van Atletico Madrid, dat later op de avond nog wel bij Athletic de Bilbao op visite gaat.