In navolging van koploper Atletico Madrid heeft ook nummer twee FC Barcelona zaterdag zonder groots te spelen drie punten bijgeschreven in La Liga. De Catalanen zegevierden in het eigen Camp Nou met 3-1 over hekkensluiter Real Betis Sevilla.

Barcelona kwam al binnen een kwartier op voorsprong. Lionel Messi benutte een strafschop, toegekend nadat Jordi Figueras Alexis Sanchez had gehaakt in de 'zestien'. Figueras groeide uit tot de schlemiel van de wedstrijd. De verdediger werkte de bal in de 67ste minuut in eigen doel. Hij dacht een pass van Adriano op Pedro te onderscheppen, maar schoot het leder vervolgens hard achter zijn eigen keeper.

Dat betekende de 2-0, terwijl Barcelona na het openingsdoelpunt toch wat gas terug had genomen. Betis kreeg in die periode enkele mogelijkheden om gelijk te maken, maar had geen succes in de afwerking. Vlak na de 2-0 scoorden de bezoekers uit Andalusië wel, via Rubén Castro (2-1).

De jacht op de 2-2 werd direct ingezet, maar het doelpunt viel aan de andere kant. Vanwege een handsbal van Juanfran mocht Barcelona in de 86ste minuut opnieuw een strafschop nemen. Messi stuitte in eerste instantie op keeper Adán, maar had in de rebound wel geluk, al lag de sluitpost ook toen op de goede positie. Zijn ingreep was echter niet voldoende.

FC Barcelona komt door de winst op 78 punten, één minder dan Atletico. Die ploeg was eerder op de dag met 1-0 te sterk voor Villarreal. Nummer drie Real Madrid kan later op de avond op 76 punten komen. Daarvoor moet de Koninklijke winnen bij subtopper Real Sociedad.