Jong Oranje heeft de Europese titel met succes verdedigd. De equipe van coach Foppe de Haan was in de finale met 4-1 te sterk voor Jong Servië. Otmal Bakkal, Ryan Babel, Maceo Rigters en Luigi Bruins namen de doelpunten voor rekening.

In een kletsnatte Euroborg beleefde Jong Oranje een perfecte start. Na ruim een kwartier schatte Otman Bakkal een handig balletje van Daniël de Ridder op waarde. De PSV'er bleef koel en hield de controle in het strafschopgebied: 1-0. De vroege voorsprong was volledig verdiend. Nederland domineerde, speelde de bal prima rond en liet de Serven niet in de wedstrijd komen.

Servië kon voor rust de finaleplaats vrijwel geen moment rechtvaardigen. De talenten van coach Miroslav Djukic namen zelden initiatief en waren onzorgvuldig in balbezit. Het elftal bleef echter in de wedstrijd omdat Oranje onzorgvuldig met de grote kansen omging. Het enige gevaar dat de Serven konden creëren kwam voort uit stilstaande situaties. Zo was Dusko Tosic net te laat om een hoekschop doeltreffend te verlengen.

De Serven leken hun mogelijkheden na rust ook door te krijgen. De ploeg nam de regie van Oranje over en scoorde bijna via Dusan Basta. De inzet werd ternauwernood onschadelijk gemaakt door Waterman. Nederland ontworstelde zich aan de Servische druk en besliste het duel op het uur. Ryan Babel nam de 2-0 voor zijn rekening uit een voorzet van Bakkal. Twee minuten later zag Servië tot overmaat van ramp Kolarov met een tweede gele kaart het veld verlaten.

De Serven scoorden zelfs nog tegen via Dragan Mrdja. Het slotakkoord was echter weer voor de ploeg van Foppe de Haan. Vlak voor tijd bepaalde Bruins de eindstand op 4-1. De Feyenoorder onderstreepte daarmee de kracht van Oranje. De selectie kent weinig uitblinkers en is vooral een uitstekend collectief.