Voor Liverpool dreigt de Champions League dit jaar uit te lopen op een fiasco. De ploeg van coach Rafael Benitez, die de afgelopen drie jaar twee keer de finale van het toernooi bereikte, ging woensdag in Istanbul met 2-1 onderuit tegen Besiktas, waardoor het moet vrezen voor uitschakeling. Na drie duels staat de ploeg van Dirk Kuyt en Ryan Babel immers stijf onderaan in Groep A, met pas één puntje. Olympique Marseille, dat thuis met 1-1 gelijk speelde tegen FC Porto, staat aan kop.

Liverpool had de nederlaag in Turkije volledig aan zichzelf te wijten. De ploeg begon veel te slap en gaf de Turken, die voorafgaand aan dit duel nog niet één punt hadden, alle mogelijkheid om te voetballen. Bovendien hielp de Engelse defensie de thuisclub flink in het zadel, door binnen een kwartier een doelpunt weg te geven. De manier waarop dit doelpunt tot stand kwam, was ronduit klunzig. Jamie Carragher onderschepte een Turkse aanval en kon de bal wegwerken, maar schoot tegen teamgenoot Finnan op. Besiktas-speler Delgado bediende vervolgens Özgun, wiens schot via de benen van Sami Hyypiä in het doel rolde. Het doelpunt kwam uiteindelijk op naam van Hyypia, die daarmee zijn tweede eigen doelpunt binnen vier dagen maakte. Afgelopen zaterdag, in de stadsderby tegen Everton, passeerde hij immers ook al zijn eigen doelman Jose Reina.

Bij deze kans voor Gerrard bleef het ook, voor de Engelsen. Nadat Besiktas-spits Bobo in de 77ste minuut al een enorme kans liet liggen, was hij vier minuten later wel trefzeker. Hij omspeelde Hyypia en tikte de bal vervolgens knap door de benen van Liverpool-keeper Reina. Steven Gerrard maakte er met een knappe kopbal nog wel 2-1 van, maar verder kwamen de Engelsen niet. Besiktas won en steeg daarmee naar de derde plek in de groep. Liverpool, de grote favoriet, staat laatste.

Lucho