Roberto Mancini staat dinsdagavond in San Siro oog-in-oog met de man die hem in 1992 zijn grootste succes als speler door de neus boorde: Ronald Koeman. Vijftien jaar geleden scoorde Koeman op Wembley immers het winnende doelpunt in de Europa Cup I-finale tussen FC Barcelona en Sampdoria. En Mancini, de huidige coach van Inter, was toen captain van de Italiaanse ploeg.

Mancini krijgt nog altijd buikpijn als hij terugdenkt aan die woensdagavond in mei 1992, toen Koeman zijn hoop op de felbegeerde cup met de grote oren aan diggelen schoot. "Dat was de ergste dag van mijn carrière", zegt Mancini. "Ik heb echt vier jaar nodig gehad om de teleurstelling van die verloren finale achter me te laten. Ten eerste omdat het een Europese finale was en ten tweede omdat ik voor Sampdoria speelde, een team dat de absolute underdog was in die wedstrijd."

Vanavond in San Siro hoopt Mancini revanche te kunnen nemen op Koeman. Dat is ook wel nodig, aangezien Inter haar eerste Champions League-wedstrijd van dit seizoen met 1-0 verloor van het Turkse Fenerbahçe. "We zitten in een zware en uitgebalanceerde groep, dus deze tweede speeldag is direct heel belangrijk. Vorig seizoen begonnen we ook slecht aan de CL met nul punten uit twee duels, maar konden we de schade in de resterende wedstrijden nog goedmaken. Nu zou zoiets, gezien de kracht van onze tegenstanders, een stuk moeilijker zijn."