Verbeek en Karelse kibbelen over speelwijze

Gertjan Verbeek baalde vrijdagavond stevig van het puntenverlies van zijn team AZ op eigen veld tegen NAC Breda: 1-1. Met name de verdedigende spelopvatting van de bezoekers uit Noord-Brabant zat de Deventerse tacticus niet lekker.

“De manier waarop NAC voetbalt, is een bron van ergernis voor de neutrale fan”, brieste Verbeek tegenover Eredivisie Live. “Ze spelen nergens meer voor, maak er dan een mooie wedstrijd van. Het is ook zuur dat de scheidsrechter het beloont, gezien de extra speeltijd van drie minuten. Die keeper haalt bijvoorbeeld een bal bij de cornervlag op, terwijl er een juffrouw klaar staat om hem keurig de bal te geven.”

Verbeek had het, zoals wel vaker, toch al niet zo op de arbiter. Dit maal was dat Tom van Sichem, die aan beide kanten een strafschop gaf. Rasmus Elm opende na een half uur de score vanaf elf meter, Donny Gorter legde na 57 minuten vanaf dezelfde stip de eindscore vast op 1-1.

NAC kreeg de penalty voor een tackle van Stijn Schaars op Nemanja Gudelj. “Daar was geen opzet bij, maar je kan hem geven. Wat ik veel ergerlijker vind, is dat Leonardo een kwartier voor tijd zijn tweede gele kaart had moeten krijgen. Maar de arbiter wist dat hij al geel had. Je zag hem ook denken. Maar hij marchandeerde. Dat neemt trouwens niet weg dat we zelf te weinig hebben gecreëerd”, stelde Verbeek. 

Trainer John Karelse van NAC Breda was het niet eens met zijn collega wat betreft de speelwijze. “Het gat met Utrecht is nu vier punten. Dus we hebben weldegelijk nog wat te winnen. Wij bepalen bovendien zelf hoe we spelen.”

Dat was dus met een verdedigende intentie. Met name in de slotfase zag Karelse zijn ploeg ver teruggedrukt worden. “Dat was niet de bedoeling. Daarvoor speelden we wat verder van de goal en als we onze counters beter hadden uitgespeeld, had het ook anders kunnen aflopen”, besloot de oefenmeester van de Brabanders.

“Sodemieter op, gezien de wedstrijd heb je geen recht van spreken. Je hebt niets gecreëerd. Veel succes met deze speelwijze”, bromde Verbeek daarop.