Bruno Martins Indi heeft sinds kort zijn basisplaats weer terug bij Feyenoord. De jonge verdediger uit de eigen jeugd heeft zich ontwikkeld tot linksback. Hij vertelt tegenover Voetbal International over de moelijke periode daarvoor.
"Ik wilde zó graag spelen, dat ik onrustig op mijn stoel heen en weer zat te wippen. Vaak ging ik in de dug-out geluid maken. Begon ik met pinnen onder mijn voetbalschoenen op de vloer te tikken", lacht Martins Indi.
"Of ging ik hard hoesten, in de hoop dat de trainer me zou opmerken en denken: Hé, Bruno is er ook nog. Maar ik geloof niet dat-ie me heeft gehoord. Die andere gasten op de bank lachen natuurlijk. Toen het zo koud was, moesten we met drietallen om de beurt warmlopen. Ik stoof dan langs de dug-out en liep nog net niet voor de trainer langs."
Tijdens de blessure van Tim de Cler heeft hij zich opgewerkt tot eerste linksback.
"Toen De Cler een tijdje geleden geblesseerd raakte, wist ik dat ik zou gaan spelen. 'Ik ben toch zijn stand-in. Dat de trainer me daarna liet staan, is mooi meegenomen, maar niet onterecht. Ik heb het niet slecht gedaan", vindt hij zelf. "Als je goed speelt, krijg je vertrouwen. Dat vertrouwen geeft de trainer me nu. En ik heb mijn hele leven kunnen rekenen op een basisplaats, was altijd belangrijk voor het team."