Bayern München heeft zich zoals verwacht geplaatst voor de finale van de Champions League. De ploeg van trainer Jupp Heynckes smeerde FC Barcelona woensdag in Camp Nou weer een ruime nederlaag aan: 0-3. Voor eigen publiek had Bayern in de eerste wedstrijd ook al uitgepakt met een sensationele zege (4-0). Met Borussia Dortmund als andere finalist krijgt het toernooi een geheel Duits toetje.

Zonder Messi wist Barcelona aanvankelijk opnieuw geen vuist te maken tegen Bayern. De kampioen van de Bundesliga had alle illusies van de thuisploeg zelfs al vroeg aan flarden kunnen schieten. Arjen Robben kreeg na twaalf minuten een grote kans, maar verdediger Gerard Piqué kon net op tijd ingrijpen. Ook daarna bleven enkele offensieve acties van Bayern, soms met oogstrelende combinaties waarop uitgerekend Barcelona een patent leek te hebben, zonder bekroning.

Robben deelde vier minuten na de hervatting alsnog de genadeslag uit. Na een fraaie pass van David Alaba sneed de Groninger vanaf de rechterflank naar binnen en krulde hij de bal op kenmerkende wijze in de verre hoek: 0-1. Het geloof bij Barcelona was door de treffer direct verdwenen, wat Vilanova tot uiting bracht door sterkhouders Xavi en Iniesta te wisselen. Messi bleef diep weggedoken in zijn jas aan de kant zitten. Bayern benadrukte het overwicht door in de laatste twintig minuten nog twee keer te scoren. Eerst werkte Piqué een voorzet in zijn eigen doel, daarna sloeg Thomas Müller toe met een kopbal. In beide gevallen was Franck Ribéry de aangever.