Borussia Dortmund zal alle zeilen moeten bijzetten om de knock-outfase van de Champions League te bereiken. De runner-up van het afgelopen seizoen ging woensdag, weliswaar niet helemaal terecht, met 0-1 onderuit tegen Arsenal. Hierdoor gaan de Londenaren aan kop in groep F. Ze delen de macht met Napoli, dat in het eigen Stadio San Paolo doelpuntrijk van Olympique Marseille won: 3-2.

Scheidsrechter Björn Kuipers hanteerde de fluit in Dortmund en hij zag de thuisclub het meeste initiatief nemen. Voor de rust waren de Duitsers via Neven Subotic en Henrik Mkhitaryan twee keer dicht bij een voorsprong, maar zij schoten net naast. Arsenal loerde ondertussen geduldig op de counter.

Dat had succes. De Londenaren, die twee weken geleden thuis nog onderuit gingen tegen Dortmund (1-2), kwamen in de 62ste minuut op voorsprong dankzij Aaron Ramsey. De Welshman troefde Subotic af in een kopduel. Daarna probeerde Dortmund nog wel wat te forceren, maar de verdiende 1-1 bleef uit.

Napoli maakte tegen Marseille een valse start. Uit een corner kopte André Ayew de nog puntloze bezoekers uit Frankrijk op 0-1. Napoli had aan twee minuten voldoende om de score te kantelen. Met een fraai afstandsschot maakte Gökhan Inler in de 22ste minuut gelijk en Gonzalo Higuain zorgde niet veel later voor de 2-1.

Na rust haalde Napoli de voet wat van het gaspedaal en daarvoor kreeg het na 64 minuten de rekening gepresenteerd in de vorm van een tegengoal van Florian Thauvin. Higuain liet Napoli uiteindelijk ontsnappen. Op aangeven van Dries Mertens (ex-PSV) bepaalde hij helemaal vrij de eindscore, een kwartier voor tijd, op 3-2.

Arsenal en Napoli gaan met negen punten uit vier wedstrijden aan kop in groep F. Dortmund heeft er zes, Marseille is nog puntloos en kan de tweede ronde vergeten.