Technisch directeur Martin van Geel geeft toe dat de prestaties van Feyenoord dit seizoen hem tegenvallen. De Rotterdammers staan na veertien wedstrijden op de zevende plaats, zes punten achter koploper Vitesse. En dat terwijl heel Rotterdam-Zuid en omstreken stiekem hoopte mee te kunnen doen in de strijd om de titel.
In een interview met Feyenoord Magazine, waarvan een deel op de clubsite staat, erkent Van Geel dat zijn club dit seizoen wisselvallig presteert. "Dat klopt en dat is ons ook tegengevallen. Op het moment dat wij deze zomer - tegen de verwachtingen in - de groep bij elkaar wisten te houden en de technische staf intact hielden, hoopten wij dat Feyenoord dit seizoen in het voordeel zou zijn ten opzichte van de concurrentie. Bij Ajax, PSV, FC Twente en Vitesse vertrokken belangrijke spelers, dus het lag voor de hand dat zij langer de tijd nodig zouden hebben om stabiliteit te vinden. Toch is het in de praktijk nog niet gelukt om ons ten opzichte van die clubs te onderscheiden."
Van Geel voert de hooggespannen verwachtingen aan als oorzaak voor de mindere prestaties. "Onze kracht in de afgelopen seizoenen was dat er niets van ons verwacht werd. De zogenoemde kenners plaatsen ons twee jaar terug in hun prognoses gemiddeld op de negende plaats en vorig jaar op de vijfde plaats. In de praktijk zijn we een keer tweede en eenmaal gedeeld tweede geworden, waardoor we voor dit seizoen geprognosticeerd stonden op de tweede plaats. Een enkeling tipte ons zelfs als kampioen. Dat is een heel ander klimaat om in te werken dan wanneer er weinig van je wordt verwacht. Wij moeten met dat verwachtingspatroon zien om te gaan, met mensen die dat – op een enkeling na – niet gewend zijn. Jongens als Stefan de Vrij, Bruno Martins Indi en Jordy Clasie kregen voor het eerst in hun leven te maken met negatieve kritieken. Zij hebben tijd nodig om daarmee om te leren gaan", zegt hij.