Over exact honderd dagen begint de jacht van Brazilië op een zesde wereldtitel. Onder leiding van Luiz Felipe Scolari moet het land voor eigen publiek weer wereldkampioen worden. De druk op het elftal en de coach is enorm groot, zeker van het succes van vorig jaar op de Confederations Cup, maar Scolari blijft kalm.
Na het voor Brazilië zeer teleurstellend verlopen WK van 2010, waarin Nederland in de kwartfinale te sterk was, moesten de Brazilianen bouwen aan een nieuwe ploeg. Deze opbouw verliep niet altijd even gesmeerd, maar precies op tijd staat er een elftal van wereldklasse. Een elftal dat bovendien van iedereen, zelfs van wereldkampioen Spanje, kan winnen. Dat bleek vorig jaar tijdens de Confederations Cup, waar Brazilië de sterkste was. Mede door dat succes zijn de verwachtingen voor het WK hoog, zeer hoog. Alles behalve een finaleplaats, of zelfs een wereldtitel, zal door het Braziliaanse publiek als een mislukking worden gezien.
"Ik kijk daar iets anders tegenaan", zegt Scolari in een interview op de site van de FIFA. "Ik heb in het verleden meegemaakt dat teams ook applaus van het eigen publiek kunnen krijgen als ze geen kampioen worden. Het is meer een kwestie van de manier waarop je speelt. Als je een team als Brazilië bent en meedoet aan een WK, verwacht iedereen dat je het toernooi wint. Dat is ook het doel waar we naartoe werken, maar wel met respect voor andere ploegen die hetzelfde doel voor ogen hebben. Zeker voor eigen publiek zullen we proberen om het WK te winnen, maar als dat niet lukt komt het simpelweg omdat een ander team beter gebleken is."
"Natuurlijk is de druk immens groot. Het is de tweede keer dat het WK in Brazilië is en we willen bereiken wat de vorige keer niet gelukt is", verwijst hij naar het WK van 1950, toen Brazilië in de finale voor eigen publiek verloor van Uruguay. "Maar zoals gezegd: we komen tegenover sterke teams te staan, die ook het WK willen winnen."