Borst ziet één zwakke positie bij Oranje: 'Kans op WK is heel klein'

Hoewel de afwezigheid van Jasper Cillessen in de selectie voor het WK voor sommigen een verrassing was, is voor Hugo Borst de reden wel duidelijk. In zijn wekelijkse column voor het Algemeen Dagblad maakt de analist een vergelijking tussen de huidige situatie bij Oranje en het WK in 1974, toen doelman Jan van Beveren niet mocht keepen vanwege onenigheid met Johan Cruijff. Volgens Borst kampt Oranje met een serieus probleem op de positie onder de lat.

'Thuisblijver Van Beveren was ein-de-loos veel beter dan thuisblijver Cillessen', begint Borst zijn betoog. Het kwaliteitsverschil tussen de huidige keepers bij Oranje is volgens hem niet groot. 'De kwestie nu is vrij simpel. Hij, Bijlow, Pasveer en Noppert – het is lood om oud ijzer. We hebben geen Van Beveren hier. Op topniveau heeft Oranje zeer modale keepers. Je kunt Van Gaal en keeperstrainer Frans Hoek gewoon niets kwalijk nemen. Het stond op dit moment namelijk niet vast dat Cillessen de eerste doelman zou worden.'

De reden voor de afwezigheid van Cillessen is voor hem dan ook duidelijk. 'Als reservekeeper is hij een risico. Omdat drie keepers plus keeperstrainer het gezellig met elkaar moeten hebben en vijf weken isolement erg lang is, zoek je als eindverantwoordelijke naar onvoorwaardelijke loyaliteit. Die is bij Cillessen het minst groot', aldus Borst, die dus verwacht dat zijn ervaring onder doet voor de persoonlijkheid. 'En de routine (63 interlands) van Cillessen dan? Die is blijkbaar ondergeschikt aan de kernwaarde onvoorwaardelijke loyaliteit. Dát is het hele verhaal.'

Weinig verwachtingen Oranje

Volgens Borst vormt de keeperskwestie een dusdanig probleem dat de kans voor Oranje op de eindzege erdoor wordt ingeperkt. Hij verwacht dan ook dat er achteraf vraagtekens gesteld zullen worden bij de afwezigheid van Cillessen. 'Cillessen kan trouwens gerust zijn. De kans dat Oranje wereldkampioen wordt is heel klein, en de kans dat Bijlow of Pasveer niet foutloos zullen zijn vrij groot. Na de uitschakeling zal het gros van de (pseudo-)kenners roepen: hadden we Jasper maar gehad.'