FC Barcelona heeft niet opnieuw voor een stunt van jewelste kunnen zorgen. Paris Saint-Germain werd enkele weken geleden na een forse nederlaag in het heenduel (4-0) nog met 6-1 aan de kant gezet, maar de Spanjaarden konden een eerdere nederlaag (3-0 in Italië) ditmaal niet wegpoetsen. Juventus gaf daarvoor (te) weinig weg in Camp Nou: 0-0.

Italianen kunnen niet van je winnen, maar je kan wel van ze verliezen. Was getekend, Nederlands grootste voetballer aller tijden. Met een soortgelijk gevoel moeten de spelers van Barcelona na de return in de kwartfinale van de Champions League tegen Juventus van het veld zijn gestapt. Iedereen hoopte vooraf op opnieuw een passende Houdini-act, maar er waren elf zwart-witte soldaten die daar duidelijk anders over dachten.

De kans van Lionel Messi bleek het begin van een dominanter Barcelona, maar gaf Juventus ook de kans te laten zien hoe volwassen de ploeg kan verdedigen. Met op doel de ervaren rot Gianluigi Buffon, die nog nimmer een goal van Messi hoefde te slikken, en het schier onpasseerbare Italiaanse centrale duo Giorgio Chiellini & Leonardo Bonucci. Tel daar een stevig verdedigend blok van Miralem Pjanic en Sami Khedira en zes anderen die uitstekend in de organisatie lopen bij op en het succes lijkt voor een aardig deel verklaard. Tot aan de rust sloeg die tactiek in ieder geval goed aan, Juventus kwam er zelfs via Juan Cuadrado nog een keer gevaarlijk uit, zonder succes.

Diezelfde Cuadrado kreeg na rust aanvankelijk de grootste kans op de openingstreffer. Vijf minuten na rust schoot de rappe Italiaan nét voorlangs, tot opluchting van alles en iedereen van de thuisploeg. Het duel was daarmee namelijk nog niet beslist, maar de thuisploeg wist dondersgoed dat het een hels karwei zou worden om eenzelfde stunt als tegen Paris Saint-Germain uit te halen. Het ging daar overduidelijk wel naar op jacht. Het strafschopgebied werd in het gehele tweede bedrijf grotendeels het werkveld van alles en iedereen met een zwart-wit shirt aan, en daar leek niemand moeite mee te hebben.

Juventus hield namelijk redelijk eenvoudig stand. Het zag Lionel Messi voor een doel met enkel verdedigers (Buffon was al gezien) over schieten en ook een gemikt schot van Sergi Roberto ging net langs. Het evenaren van de langste reeks thuisoverwinningen in de Champions League ooit (momenteel op naam van Bayern München met zestien stuks) leek derhalve het maximaal haalbare voor Barcelona, dat de laatste vijftien thuiswedstrijden vóór het duel met Juventus won. Juventus stond ook dat niet toe, al had Barcelona het vizier zelf ook lang niet altijd op scherp staan. De Italianen kwamen er zelf ook nog een aantal keren gevaarlijk uit, maar scoorden niet. Het bezorgde Barcelona zodoende een aardige kater, die dit weekend bij een overwinning op Real Madrid alweer grotendeels weggespoeld kan worden.

[photo,106055,left,]