Voor Mark van Bommel eindigde zijn periode als trainer van PSV op 16 december 2019 na een reeks van teleurstellende resultaten. De coach had het toen niet zien aankomen en baalde als een stekker. Bij nader inzien beseft hij nu wel dat hij niet alles goed gedaan heeft in die periode.

Na een serie van grote dompers besloot PSV te breken met de trainer. Voor hem kwam dat toen als een verrassing. "Ik had het niet in de gaten", blikt hij terug bij De Telegraaf. "Ik was enorm teleurgesteld. Niet in de spelers, maar in de directie. En indirect ook in de raad van commissarissen. Ik denk dat ik niet ontslagen ben door de resultaten, maar meer door de situatie daaromheen."

Er gingen geruchten dat Van Bommel niet overweg kon met een deel van de selectie, maar dat is volgens de coach onzin. "De relatie met de spelers was nog goed. Ook met de Latino's. De jongens die niet speelden waren natuurlijk niet tevreden. Maar dat lijkt me heel normaal. Maar die jongens voelen en weten dat ik weet hoe zij zich voelen. Dat klinkt wat cryptisch, maar voor mij is het herkenbaar, omdat ik ook in die kleedkamer heb gezeten", zegt Van Bommel.

Hij deed in die periode lang niet alles goed, zo weet hij nu ook. "Ik was veel te fanatiek. Ik wilde het zo goed doen en de club niet veranderen, maar verbeteren. Ik sloeg door, terwijl ik me als trainer eigenlijk alleen op het voetbal moest concentreren. Bij PSV was ik op een gegeven moment de boeman. Ik heb het mezelf te moeilijk gemaakt."