Met de komst van Sébastien Haller brak Ajax deze winter het eigen transferrecord. De club betaalde 22,5 miljoen euro voor de spits van West Ham United, die daarmee ook direct wereldwijd de op een na duurste spelers van deze transferwindow werd. Alleen voor Saïd Benrahma, die door West Ham voor ruim 23 miljoen euro werd gekocht van Brentford (was eerder al verhuurd), werd meer betaald.

Dat een Nederlandse club in zo'n rijtje staat, is uniek te noemen. Het zegt vooral veel over de grote clubs, die zich onder meer door de gevolgen van de coronacrisis reddelijk koest hielden. Een veelgebruikt alternatief om toch spelers binnen te halen was een huurdeal met optie tot koop, zoals we bijvoorbeeld zagen bij Ozan Kabak (Schalke 04 naar Liverpool), Moussa Dembélé (Olympique Lyon naar Atlético Madrid) en Arek Milik (Napoli naar Olympique Marseille). 

De top vijf duurste transfers werd aangevuld met Amad Diallo (van Atalanta naar Manchester United, 21 miljoen), Dominik Szoboszlai (RB Salzburg naar RB Leipzig, 20 miljoen) en Krépin Diatta (Club Brugge naar AS Monaco, 20 miljoen). 

Duurste transfers

1. Saïd Benrahma (23,1 miljoen)

Van Brentford naar West Ham United

2. Sébastien Haller (22,5 miljoen)

Van West Ham United naar Ajax

3. Amad Diallo (21 miljoen)

Van Atalanta Bergamo naar Manchester United

4. Dominik Szoboszlai (20 miljoen)

Van RB Salzburg naar RB Leipzig

5. Krépin Diatta (20 miljoen)

Van Club Brugge naar AS Monaco

6. Nicolò Rovella (18 miljoen)

Van Genoa naar Juventus (eerst terugverhuurd)

7. Paulinho (16 miljoen)

Van SC Braga naar Sporting Portugal

8. Morgan Sanson (15,8 miljoen)

Van Olympique Marseille naar Aston Villa

9. Geoffrey Kondogbia (15 miljoen)

Van Valencia naar Atlético Madrid

10. Pedro (14 miljoen)

Van Fiorentina naar Flamengo