Georginio Wijnaldum voelde op het veld dat het Nederlands elftal misschien te gemakkelijk was woensdagavond op bezoek bij Turkije (4-2 verlies). De captain van Oranje sprak zijn afkeur uit over de discipline, enkele scheidsrechterlijke beslissingen en de scherpte van het elftal van Frank de Boer. Er is dan ook genoeg te verbeteren voor het restant van de WK-kwalificatiecyclus. 

"We waren slap in de omschakeling", zei Wijnaldum desgevraagd over de scherpte van Oranje. "Bij het eerste doelpunt waren we te veel bezig met de handsbal bij Turkije. Dat is ongelukkig, maar je geeft daarna wel een counter weg. Het is niet de schuld van de scheidsrechter (Michael Oliver), want er zitten nog vijftien secondes tussen. Maar je moet vooraf wel een overtreding maken. En je hebt wat pech dat de bal aangeraakt wordt en erin gaat."

"En in de tweede helft beginnen we slecht", vervolgde Wijnaldum zijn rede. "We letten niet goed op, we zijn niet geconcentreerd genoeg." Oranje zou wat dat betreft een voorbeeld moeten nemen aan Turkije, stelt de speler van Liverpool. "Als je kijkt naar hoe wij de kansen afmaken en als je ziet hoe Turkije het moeilijk maakt in het verdedigen. Daar moeten wij ook wat van leren."

En dus was de conclusie dat Oranje nog veel moet leren. "Er is een hoop te verbeteren, maar we kunnen niet trainen", zei Wijnaldum vanwege het drukke programma. Wel had hij nog vertrouwen. "We moeten een reactie willen geven. Er alles aan doen en de laatste twee duels winnend afsluiten."