De stap van de top van de Eredivisie naar de internationale top is misschien wel te groot. Die conclusie trok Wim Kieft vrijdagavond in zijn column. Hij wees daarbij op enkele spelers die de stap hebben gemaakt: 'Hakim Ziyech, Donny van de Beek, Matthijs de Ligt en zelfs Frenkie de Jong. Maar ook Steven Bergwijn. Hun tekortkomingen komen aan het licht, terwijl die in de Eredivisie gecamoufleerd werden.'

'Bij Ajax deed De Jong het bijzonder goed als verdedigende middenvelder en was hij echt de verbindingsspeler tussen verdediging en middenveld. Hij bepaalde het spel', begon Kieft in De Telegraaf. Hij zag de middenvelder bij FC Barcelona in een andere rol terecht komen. 'Omdat Sergio Busquets op De Jongs positie een klasse beter is. Hij versnelt het spel als geen ander, zet spelers voor de keeper en verspeelt de bal nooit. Voor dat topniveau komt De Jong nog tekort, terwijl hij op zijn huidige positie meer naar voren te weinig rendement brengt.'

Ook Matthijs de Ligt heeft zijn belofte nog niet helemaal waargemaakt, al komt dat volgens Kieft ook door de competitie die hij heeft gekozen. 'Bij Juventus moet hij concurreren met oudjes als Bonucci, Chiellini en dan krijg je het moeilijk in een land als Italië, waar ze gek zijn van ervaren verdedigers op leeftijd. Te veel wil De Ligt zich manifesteren en dan maakt hij fouten. Terwijl hij zichzelf beter de tijd kan gunnen en moet vertrouwen op zijn kwaliteiten. Die bezit hij voldoende.'

'Over Bergwijn doet iedereen opgewonden na zijn doelpunt en assist tegen Noorwegen, maar in bijna twee jaar Tottenham Hotspur is het hem niet gelukt om een basisplaats te veroveren', richtte Kieft zich vervolgens op de oud-PSV'er. 'Je moet maar zien of dat hem lukt onder de nieuwe trainer Antonio Conte. Bergwijn heeft meer ruimte nodig om zich te onderscheiden. Dat is het grote verschil met Antony van Ajax. Die heeft diepgang en snelheid, maar kan tevens goed uit de voeten in de kleine ruimte.'

Kieft concludeerde tot slot dat het Nederlands voetbal nog lang niet is waar het wil zijn. 'Als je dit allemaal op een rijtje zet, begrijp je dat het afwachten is hoe Oranje zal presteren op het WK 2022 in Qatar', sloot hij af.