Met een belangrijke Champions League-wedstrijd tegen Benfica ligt de focus bij Ajax vanavond gelukkig weer op het voetbal. Dat is een welkome afwisseling na de ontwikkelingen rond oud-werknemers Marc Overmars en Quincy Promes. Toch werd algemeen directeur Edwin van der Sar voor de wedstrijd nog wel gevraagd daarop in te gaan.

Dat begon met de aanstelling van Klaas-Jan Huntelaar, die deze week werd aangesteld om in samenwerking met Gerry Hamstra de taken van Overmars over te nemen. Aan Ziggo vertelde Van der Sar het belangrijk te vinden dat oud-spelers in een dergelijke rol de kans krijgen bij Ajax. "Dat is met mijzelf tien jaar geleden ook gebeurd. Op die manier vind ik het belangrijk dat we ook het Ajax-DNA in de volgende lichting op alle niveaus in de club kunnen houden." 

Plannen op de lange termijn zijn er nog niet met Huntelaar. "Hij moet zich eerst bewijzen uiteraard. We kijken de komende periode hoe hij dat oppakt. Hij heeft er onwijs veel zin in en denkt dat hij er veel kijk op heeft. Er komen alleen veel andere zaken bij kijken, anders dan wanneer je speler bent. We gaan zien hoe hij zich ontwikkeld. Dat heeft hij als speler mooi gedaan, nu gaan we zien hoe dat in een andere functie is."

Incidenten

Van der Sar stelde dat de club na hectische weken inmiddels in 'rustiger vaarwater' terecht is gekomen. Terwijl het onderzoek naar het grensoverschrijdend gedrag van Overmars nog loopt, kwam deze week echter wel naar buiten dat Ajax in 2020 al zou hebben geweten van de problemen rond Promes. "De situatie waar Quincy in terecht is gekomen is verschrikkelijk, maar daar heb ik verder weinig aan toe te voegen. Dat ligt nu bij justitie en ik wacht af wat daaruit komt."

De ook voor hem lastige periode die achter de rug is, vergeleek Van der Sar met zijn periode als voetballer. "Soms werd je op de schouders geheven, soms verguisd. Je hebt finales gewonnen, finales verloren, ballen door je benen laten gaan, penalty's gemist. Die druk van de media en de buitenwereld ben je gewend. Het doet je natuurlijk wat, maar zolang je het vertrouwen van binnen de organisatie voelt - zolang je medespelers je de bal blijvven inspelen - dan weet je dat het goed gaat. Wat de buitenwereld vindt, is om het even."